Wandelingstraat
Tussen de historische stadskern aan de voorzijde en de moderne spoorinfrastructuur aan de achterzijde ligt een plek vol gelaagde geschiedenis. In dit stedelijk spanningsveld vult het project een leegte in een ontwikkelende buurt, introduceert een groene wig in een verhard driehoekig blok en toont hoe een verouderd stadsweefsel kan worden hersteld tot een duurzame woonplek.
Architect: Lies Quatanne & Jürgen Vandewalle
In plaats van de typisch Vlaamse achterbouwen, wordt bewust verticaal gebouwd, zoals bij een herenhuis. Zo krijgt het wonen opnieuw evenveel uitstraling naar voor als naar achter. De raamopeningen in voor- en achtergevel zijn vrijwel identiek, waardoor de woning zich niet naar één kant keert. Het nieuwbouwvolume is niet generiek, maar nadrukkelijk specifiek ontworpen: een massief, sculpturaal geheel met duidelijke identiteit. Het symmetrische plan met traveeën buigt subtiel mee met de hoekige perceelvorm. Binnen zorgt een verticale openheid voor een stedelijk ruimtelijk gevoel, aangevuld met vlakken, nissen, zichten, balkons en een robuuste materialisatie van zichtbaar beton, hout en steen.
De indeling wisselt kleine, beschouwende ruimtes af met grotere, open plekken. Ze worden verbonden door zorgvuldig geplaatste openingen en diagonale zichtlijnen. De circulatieruimte vormt een donkere houten ‘promenade architecturale’, eindigend in een dubbelzijdig zitnest met uitzicht over de stad.
Het project is een Gesamtkunstwerk met bijdragen van anderen:
- Maxime Prananto integreert bijzondere elementen zoals een stalen trompe-l'oeil kabinetkast en een dubbelhoge badkamer.
- Malgorzata Olchowska brengt textielkunst die reageert op de monumentale ruimtes van het gelijkvloers.
- Landschapsarchitect Jan Minne geeft de vrijgemaakte buitenruimte betekenis: tussen bestaande tuinmuren ontstaat een terras en start een lange, gelaagde tuinwandeling. Deze verloopt via een hoger plateau met uitzicht, rolt terug naar beneden en eindigt onder een massief hunebed in een ingetogen plek, met zicht op een uitgewerkte flank die de spoorweg veredelt.
Vanuit de klimtoren van de Deelfabriek is een glimp zichtbaar van zowel de okerkleurige sculptuur als de groene, weelderige tuin. De woning opent zich van voor tot achter en absorbeert zowel de nabijheid van de historische stad als de moderne infrastructuur die haar omringt. Het resultaat is een woning die verleden en toekomst samenbrengt, en daarmee een nieuwe stedelijke woonkwaliteit creëert.